De ongeveer twee meter hoge kolomboormachine staat op een voetplaat die op een fundatie in de vloer is bevestigd. Verticaal daarop staat de kolom met bovenaan de eigenlijke boormachine. Halverwege is hieraan de spantafel bevestigd. Deze is omhoog en omlaag te bewegen door aan een slinger te draaien, die een tandwiel over een tandheugel, die aan de kolom is gemonteerd, laat lopen. De ronde spantafel is voorzien van vier T-gleuven waarmee op verschillende plaatsen de spanklem kan worden vastgezet. De spantafel is in zijn geheel draaibaar waardoor nog extra mogelijkheden worden gecreëerd. Alvorens met boren te beginnen wordt de spantafel met handels vastgezet.
De eigenlijke boormachine bestaat uit een boorspil die via een V-snaar wordt aangedreven door een twee-toerige elektromotor. Op zowel de motoras als de boorspil zijn drie poelies van verschillende diameter bevestigd, waarover de V-snaar loopt. Het verzetten van de V-snaar gebeurt door de dubbele handel aan de rechterkant los te draaien, hierdoor kan de motor naar voren worden geschoven en kan men de riem om een andere stel poelies leggen. Met de dubbele handel wordt de motor naar achteren gedrukt en geborgd, zodat de v-snaar weer de juiste spanning heeft. Er zijn dus zes toerentallen van de boorspil mogelijk: hoe dikker de boor, hoe langzamer de boor moet draaien.
De boorspindel (met de boor) kan handmatig op en neer worden bewogen door een knop met vier handels aan de rechterkant van de boormachine.
Bij het boren van de meeste materialen gebruiken wij olie als smeer- en koelmiddel, die tijdens het boren met een kwastje wordt toegevoegd.
Naast de boormachine staat een blok met boren, die een goede indruk geeft van de mogelijke gat-diameters die met deze machine kunnen worden geboord.
De machine is weliswaar een museumstuk, maar er wordt nog regelmatig mee gewerkt.